De oude kerk

Oosterbeek wordt voor het eerst vermeld in 834, als het door Wibrecht, een nazaat van de Saksische grootgrondbezitter Widukind, wordt geschonken aan de Sint Maartenskerk te Utrecht.

Gaan we ver terug in de geschiedenis dan zien we dat de naam afgeleid is van de Ostbac, die door het Zweiersdal stroomde. Oosterbeek wordt al vroeg in de geschiedenis, in diverse spellingen, vermeld: Haisterbach, Hosterbach, Ostbac, Hostbac, Osterbac, Oosterbeeck, Oisterbeeck, …. In de 10e eeuw werd aan de huidige Benedendorpseweg een stenen kerkje gebouwd dat nu nog de kern is van het huidige gebouw. Het kerkje was 7 bij 17 meter groot en had muren van 60 cm dik! In de 14e eeuw werd de toren gebouwd. In 1944 werd het gebouw verwoest. De oude kerk is in oorsprong een van de oudste kerken van Nederland.

De Culturele Stichting Oude Kerk organiseert regelmatig mooie concerten die voor klassieke muziek liefhebbers een must zijn.

Kunstenaarsdorp

rijke kunstenaarsgeschiedenis

Oosterbeek was gedurende de 19e eeuw geliefd bij kunstschilders en groeide uit tot een schildersdorp.  Willem Maris ontwikkelde hier zijn landschapschilderen en maakte er in 1855 kennis met Anton Mauve. De kunstschilder Hendrik Willem Mesdag bracht hier de zomer van 1866 door en werkte er samen met Johannes Warnardus Bilders. Tussen 1860 en 1870 werd Oosterbeek wel het Hollandse Barbizon genoemd; de groep schilders die er werkte worden wel aangeduid als de ‘Oosterbeekse school’. Ook Jan Toorop heeft hier geschilderd. Toorop vervaardigde de kruiswegstaties in de kerk van St. Bernulphus aan de Utrechtseweg. Verder werkten er Jacob Maris, Matthijs Maris, Paul Joseph Constantin Gabriel en Hendrik Dirk Kruseman van Elten. Later werkte er ook Antoon Markus (1870-1955).

Schrijver Jacob van Lennep overleed in 1868 te Oosterbeek en is begraven op de begraafplaats aan de Fangmanweg te Oosterbeek.

Kunstenaarsdorp

rijke kunstenaarsgeschiedenis

Oosterbeek was gedurende de 19e eeuw geliefd bij kunstschilders en groeide uit tot een schildersdorp.  Willem Maris ontwikkelde hier zijn landschapschilderen en maakte er in 1855 kennis met Anton Mauve. De kunstschilder Hendrik Willem Mesdag bracht hier de zomer van 1866 door en werkte er samen met Johannes Warnardus Bilders. Tussen 1860 en 1870 werd Oosterbeek wel het Hollandse Barbizon genoemd; de groep schilders die er werkte worden wel aangeduid als de ‘Oosterbeekse school’. Ook Jan Toorop heeft hier geschilderd. Toorop vervaardigde de kruiswegstaties in de kerk van St. Bernulphus aan de Utrechtseweg. Verder werkten er Jacob Maris, Matthijs Maris, Paul Joseph Constantin Gabriel en Hendrik Dirk Kruseman van Elten. Later werkte er ook Antoon Markus (1870-1955).

Schrijver Jacob van Lennep overleed in 1868 te Oosterbeek en is begraven op de begraafplaats aan de Fangmanweg te Oosterbeek.

Airborne

Tijdens de oorlogsjaren bezetten de Duitsers vele grote huizen in Oosterbeek. Er werd in die tijd veel hout gekapt voor allerlei doeleinden. In de oorlog werd het benedendorp geheel verwoest en geplunderd en het bovendorp zwaar beschadigd. Op het Airborne-kerkhof liggen 1700 geallieerde militairen begraven. Elk jaar komen in september nog vele veteranen naar Arnhem en Oosterbeek om de Slag om Arnhem te herdenken. Een van de vele activiteiten die dan plaats vinden, is de Airborne wandeltocht, die inmiddels is uitgegroeid tot de grootste eendaagse wandeltocht ter wereld. De tocht voert langs mooie plekken in de gemeente en langs de verscheidene herdenkingspunten: de landingsterreinen, de Airborne-monumenten en de Airborne-begraafplaats.

Airborne

Tijdens de oorlogsjaren bezetten de Duitsers vele grote huizen in Oosterbeek. Er werd in die tijd veel hout gekapt voor allerlei doeleinden. In de oorlog werd het benedendorp geheel verwoest en geplunderd en het bovendorp zwaar beschadigd. Op het Airborne-kerkhof liggen 1700 geallieerde militairen begraven. Elk jaar komen in september nog vele veteranen naar Arnhem en Oosterbeek om de Slag om Arnhem te herdenken. Een van de vele activiteiten die dan plaats vinden, is de Airborne wandeltocht, die inmiddels is uitgegroeid tot de grootste eendaagse wandeltocht ter wereld. De tocht voert langs mooie plekken in de gemeente en langs de verscheidene herdenkingspunten: de landingsterreinen, de Airborne-monumenten en de Airborne-begraafplaats.

hotel Hartenstein

In de 18e eeuw lag er aan de – toen al zo genoemde – Utrechtseweg de herberg ‘Het Rode Hert’. In 1779 kocht een advocaat de herberg met bijbehorend grondgebied. Hij liet de herberg afbreken om op deze plek een herenhuis te bouwen. Dit was op de plaats van het latere Airborne museum. Hij noemde het huis Hartenstein. Vervolgens legde hij er ook een park aan, waarmee hij het landgoed het huidige aanzien gaf. Diverse rijke families woonden hier, totdat het huis in de jaren dertig een rusthuis werd. In 1942 kocht de gemeente Hartenstein en werd het omgebouwd tot een hotel. In september 1944 vestigde generaal Urquhart er zijn hoofdkwartier, waardoor dit hotel veel bekendheid verwierf. Toch bleek het op den duur niet meer mogelijk het hotel rendabel te houden, waarna in 1978 het Airbornemuseum verhuisde van een van de bijgebouwen van kasteel Doorwerth naar Hartenstein.

hotel Hartenstein

In de 18e eeuw lag er aan de – toen al zo genoemde – Utrechtseweg de herberg ‘Het Rode Hert’. In 1779 kocht een advocaat de herberg met bijbehorend grondgebied. Hij liet de herberg afbreken om op deze plek een herenhuis te bouwen. Dit was op de plaats van het latere Airborne museum. Hij noemde het huis Hartenstein. Vervolgens legde hij er ook een park aan, waarmee hij het landgoed het huidige aanzien gaf. Diverse rijke families woonden hier, totdat het huis in de jaren dertig een rusthuis werd. In 1942 kocht de gemeente Hartenstein en werd het omgebouwd tot een hotel. In september 1944 vestigde generaal Urquhart er zijn hoofdkwartier, waardoor dit hotel veel bekendheid verwierf. Toch bleek het op den duur niet meer mogelijk het hotel rendabel te houden, waarna in 1978 het Airbornemuseum verhuisde van een van de bijgebouwen van kasteel Doorwerth naar Hartenstein.